login »
23 maart 2020

Wetsvoorstel Aanpak meervoudige problematiek sociaal domein (Wams) in consultatie

Het concept wetsvoorstel Aanpak meervoudige problematiek sociaal domein (Wams) is in consultatie gegaan. Het wetsvoorstel moet regelen dat gemeenten in specifieke situaties de ruimte krijgen om te verkennen of mensen kampen met gestapelde problemen, en welke partijen nodig zijn om de problemen op te lossen.

Doel van het voorstel: snellere en meer gecoördineerde ‘integrale’ hulp voor kwetsbare mensen. Het wetsvoorstel moet bijdragen aan betere en meer gecoördineerde hulp voor kwetsbare mensen, doordat het onduidelijkheden wegneemt over het verwerken van noodzakelijke gegevens voor integrale dienstverlening. Wel zijn er nog praktische aandachtspunten en onduidelijkheden.

Veel voorkomende vragen

Onlangs werd het concept wetsvoorstel getoetst tijdens een informele consultatiemiddag waar 50 professionals, beleidsmedewerkers en privacyjuristen van gemeenten, experts van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en de betrokken ministeries aan deelnamen.

Projectleider Terry Lamboo van het ministerie van BZK trapte de consultatiemiddag af met een algemene presentatie over het wetsvoorstel en ging in op veel voorkomende vragen. Lamboo begon met de mededeling dat het wetsvoorstel gemeenten geen vrijbrief geeft om ‘álle gegevens van álle mensen uit álle domeinen met elkaar te verbinden’.

Mensen zijn al in beeld

“Het wetsvoorstel richt zich op individuele gevallen waarbij mensen zelf om ondersteuning vragen,” aldus Lamboo. Ook ondersteunt het professionals die al betrokken zijn bij een persoon of huishouden en zien dat er meer aan de hand is, of constateren dat gecoördineerde hulp niet van de grond komt. “De mensen in kwestie zijn dus al in beeld.”

Het wetsvoorstel maakt het níet mogelijk om op voorhand gegevens te verbinden om inwoners die misschien hulp nodig hebben in beeld te krijgen. “Het uitgangspunt blijft dat gegevensuitwisseling maatwerk is, en alleen gebeurt in specifieke situaties. Zo krijgen mensen de zorg die ze nodig hebben en blijft hun privacy gewaarborgd.”

Situatie hulpvraag

Het wetsvoorstel gaat uit van twee standaardsituaties, legt José Pattiwael-Bakker uit. Zij is namens het ministerie van VWS betrokken bij het wetsvoorstel. “De eerste is: een inwoner komt met een hulpvraag aan een loket bij de gemeente of organisatie in het sociaal domein. Bijvoorbeeld: ik heb een scootmobiel nodig. Bij huisbezoek kan blijken dat er meer speelt dan alleen een mobiliteitsprobleem. Denk aan vervuiling, schulden of vermoedens van huiselijk geweld.”

In dit geval is het college van b&w verplicht tot onderzoek naar de vraag of er sprake is van meervoudige problematiek. Het onderzoek wordt uitgevoerd in samenspraak met de persoon in kwestie en eventuele betrokken gezinsleden. Daarbij staat de hulpvraag van de inwoner centraal.

Situatie (meer) zorg of ondersteuning

“De tweede situatie is dat een professional al betrokken is bij een huishouden en vermoedt dat er behoefte is aan (meer) zorg of ondersteuning vanuit het sociaal domein om tot een duurzame oplossing van de problematiek te komen”, vervolgt Pattiwael-Bakker.

“Ook kan het zijn dat de professional constateert dat noodzakelijke samenwerking tussen partijen niet van de grond komt. Bijvoorbeeld een jeugdhulpverlener die ziet dat ouders kampen met problemen waarvoor andere professionals verantwoordelijk zijn. De hulpverlener kan het college vragen om te onderzoeken of een integrale aanpak bijdraagt aan het verminderen van de problematiek.”

Voor dit verzoek geldt wel een drempel: er moet sprake zijn van ernstige problematiek. Het college maakt vervolgens samen met de professional een afweging of de inzet van de gemeente inderdaad kan bijdragen aan betere hulp en vermindering van de problemen.

Onderzoek, werkplan en coördinatie

Blijkt er na het onderzoek sprake van gestapelde problemen die om een gecoördineerde aanpak vragen, dan stelt het college van b&w een werkplan op. Dat gebeurt zo nodig samen met betrokken partijen. Het werkplan beschrijft wat elke partij gaat doen en welke voorzieningen nodig zijn, en komt voor zover dit mogelijk is tot stand in overleg met de mensen waar het om gaat.

Daarbij zorgt het college ervoor dat er afspraken komen over wie de coördinatie doet: een gemeenteambtenaar, de professional of in de inwoner zelf. “Tijdens de uitvoering is het handig om te monitoren of het plan ook doet wat het moet doen of dat er bijstelling nodig is. Die benodigde coördinatie wordt tevens geregeld in het wetsvoorstel”, aldus Lamboo.

Zorg- en Veiligheidshuizen

Andere professionals willen weten waar ze zich kunnen melden als zij vermoeden dat mensen kampen met ernstige problematiek. Wat zijn de ‘ingangen’ bij de gemeente en hoe weet je wanneer je waar moet zijn? “Er bestaan diverse wegen die professionals kunnen bewandelen, zoals het meldpunt Wvggz of Veilig Thuis bij ernstige zorgen over kinderen”, aldus een deelnemer die werkt bij een Zorg- en Veiligheidshuis. “Hoe verhoudt de rol van het college zich tot de Zorg- en Veiligheidshuizen? Wie roep je wanneer in? En wie bepaalt wanneer een casus voldoet aan de criteria van het Veiligheidshuis? Het is belangrijk dat gemeenten dit lokaal goed organiseren.”

Vervolgtraject

Geconcludeerd kan worden dat het wetsvoorstel een stap vooruit is, maar dat er nog wel wat werk aan de winkel is. Mede aan de hand van deze bijeenkomst en overleggen met professionals uit de domeinen zorg, onderwijs en veiligheid heeft het schrijfteam het concept wetsvoorstel aangescherpt.

De volgende stap is de formele internetconsultatie die 19 maart 2020 van start is gegaan en 14 mei 2020 eindigt. Tegelijkertijd zijn onder andere de Autoriteit Persoonsgegevens en de VNG om advies gevraagd. Kortom: wordt vervolgd.

Links