Onderzoek naar vroegsignalering van radicalisering
Gemeenten, politie en Openbaar Ministerie (OM) dienen alert te zijn op signalen dat mensen radicaliseren. Door hier vroegtijdig op te reageren, kunnen zij helpen voorkomen en tegengaan dat deze mensen later het pad op gaan van (gewelddadig) extremisme en/of terrorisme. De Inspectie Justitie en Veiligheid (Inspectie JenV) onderzoekt hoe deze partijen hierin samenwerken.
Dit doet de Inspectie JenV vanwege mogelijke onduidelijkheid bij hen over welke informatie wel of niet gedeeld mag worden als het gaat om vroegsignalering van radicalisering. Dat lijkt nog onvoldoende geregeld en beschreven, bleek uit een oriëntatie van de Inspectie JenV.
Daarnaast constateerde zij in haar analyse van de Utrechtse tramaanslag dat diverse partijen de vele problemen van de aanslagpleger niet genoeg met elkaar hadden besproken en aangepakt. De risico’s voor de samenleving zijn daardoor niet zo klein mogelijk gemaakt, oordeelde de Inspectie JenV.
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de lokale aanpak van radicalisering en voeren hierover de regie. Het is daarom van belang dat zij adequaat reageren op signalen van radicalisering en indien nodig een integrale aanpak organiseren met politie en OM.
De Inspectie JenV vindt het belangrijk dat het proces van vroegsignalering van radicalisering goed geregeld is. Het vergt evenwicht. Vroege ontdekking van signalen van radicalisering draagt bij aan het beschermen van burgers tegen (gewelddadig) extremisme en terrorisme en kan bedreigingen voor de samenleving voorkomen.
Tegelijkertijd mogen gegevens van burgers niet zonder redelijke gronden worden verzameld en onderling gedeeld door gemeenten, politie en OM. Het kan ongewenste gevolgen hebben voor een persoon als die onterecht wordt beticht van radicalisering.